Welke omstandigheden kunnen leiden tot wijziging van de zorgregeling?

gepubliceerd door: Rebecca Weisz-Hertsworm geplaatst op 6 november 2023 leestijd

Ouders zijn verplicht om na het beëindigen van hun relatie in het belang van hun minderjarige kind afspraken te maken. Die afspraken kunnen vastgelegd worden in een ouderschapsplan. In die overeenkomst kunnen ouders afspraken hoe de zorg- en contactregeling met de andere ouder wordt ingevuld. Wanneer kan een ouder een bestaande regeling wijzigen?

Ouders bepalen

Een zorgregeling is de omgang tussen een kind en een ouder of andere verzorger. Ouders kunnen samen of met hulp van bijvoorbeeld een mediator of advocaat een overeenkomst opstellen en wijzigen. Als ouders ervoor kiezen om afspraken samen te wijzigen, dan bepalen zij ook samen welke omstandigheden zij relevant achten voor die wijziging.

De rechter beslist

Soms is een wijziging gewenst, maar lukt het ouders niet om samen afspraken te maken. Een ouder kan dan overwegen een verzoek aan de rechter voor te leggen met de hulp van een advocaat. De rechter kan een tussen ouders afgesproken regeling en een eerdere beslissing van een rechter wijzigingen, als de omstandigheden zijn gewijzigd of als bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.

–       Omstandigheden niet gewijzigd

Gewijzigde omstandigheden zijn veranderingen van de situatie ten opzichte van de oude situatie. Als de rechter van oordeel is dat de omstandigheden niet zijn gewijzigd, dan wordt de zorgregeling niet gewijzigd. Als ouders allebei verzoeken om een wijziging van de zorgregeling, dan zal de rechter aannemen dat sprake is van een wijziging van omstandigheden.[1] De door ouders verzochte zorgregelingen worden dan beoordeeld.

–       Wat zijn (specifieke zwaarwegende) gewijzigde omstandigheden?

Ook als de rechter concludeert dat sprake is van gewijzigde omstandigheden, betekent dat niet automatisch een wijziging van de omgang. De gewijzigde omstandigheid moet aanzienlijk van invloed zijn op de zorgregeling en in het belang van het kind zijn. Als de verandering niet zo onoverkoombaar is dat de omgang moet wijzigen, dan leidt die omstandigheid niet tot een wijziging van de zorgregeling. Een voorbeeld daarvan is een verhuizing van een gering aantal kilometers.

Enkele wijzigingen die aanleiding kunnen geven tot wijziging van een bestaande regeling zijn:

De verandering van de situatie moet in elk geval zodanig zijn dat het niet langer in het belang van het kind is om de bestaande toestand te handhaven. Dat beoordeelt een rechter per zaak aan de hand van de argumenten die ouders aanvoeren. Daarbij neemt de rechter de belangen van het kind in overweging. De rechter dient bij zijn beslissing ook rekening te houden met de belangen van de ouders. Soms kan een belang van een ouder zwaarder wegen dan het belang van het kind.

–          Bepalingen in ouderschapsplannen

In sommige ouderschapsplannen is opgenomen wanneer een zorgregeling gewijzigd kan worden. In andere overeenkomsten is opgenomen dat de omstandigheden specifiek en zwaarwegend moeten zijn. Met dat laatste wordt de rechtelijke toets verzwaard. De gewijzigde omstandigheid moet een grote(re) impact hebben dan gemiddeld.

Andere redenen dan gewijzigde omstandigheden

De rechter kan een omgangsregeling ook wijzigen als:
a.         omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of
b.         de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c.         het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken, of
d.         omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.

Wenst u een wijziging van de zorgregeling en wilt u informatie over uw mogelijkheden? Neem gerust contact met ons op.

[1] Zie onder meer: Hof ‘s-Hertogenbosch 20 januari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:137, r.o. 3.13; Hof Arnhem-Leeuwarden 18 oktober 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8947, r.o. 5.2; Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5436, r.o. 4.3.