Recht op verbetertraject?
Op 14 juni 2019 heeft de Hoge Raad in een uitspraak bepaald, dat er nier per sé recht bestaat op een verbetertraject voor een medewerker bij disfunctioneren. De Hoge Raad heeft overwogen, dat nergens in de wet is bepaald op welke wijze de werkgever een werknemer in de gelegenheid moet hebben gesteld zijn functioneren te verbeteren. Welke hulp, ondersteuning en begeleiding in een concreet geval mag worden verwacht hangt af van de omstandigheden van het geval. De Hoge Raad heeft daarbij ook overwogen dat in ieder geval mag worden gekeken naar de aard van het werk, het niveau van de functie, het opleidingsniveau van de werknemer en de duur van het onvoldoende functioneren.
Uit het voorgaande mag zeker niet worden opgemaakt dat de drempel van een beëindiging op grond van disfunctioneren laag ligt. “Vast wordt minder vast” was een veel gehoorde oneliner bij de introductie van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Maar bijna iedere arbeidsrecht advocaat zal beamen dat dat zeker niet de ervaring is na 4 jaar WWZ. De Hoge Raad overweegt ook in deze uitspraak expliciet, dat gelet op de ingrijpende gevolgen die ontbinding op grond van disfunctioneren voor een werknemer kunnen hebben, de werkgever aan de werknemer wel serieus en reëel de gelegenheid moet hebben geboden om tot verbetering te komen. Hierbij de link naar de geanonimiseerde uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2019:933
Wilt u advies over de wijze waarop een functioneringsdossier vormgegeven moet worden, aarzel niet om contact met ons op te nemen.