Ontwerpadvies van de SER

gepubliceerd door: Marieke Hartkoorn geplaatst op 14 juni 2021 leestijd

Gevolgen voor werkgevers

Woensdag 2 juni 2021 presenteerde de Sociaal-Economische Raad (SER) zijn ontwerpadvies “Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving”. Met de voorstellen die de SER doet op het onderdeel “Arbeidsmarkt, inkomensbeleid en gelijke kansen”, wordt beoogd mensen duurzame werk- en inkomenszekerheid te bieden en om het mogelijk te maken werk te combineren met leren, zorgtaken en een privéleven. Daarnaast wordt beoogd ondernemingen wendbaarheid te bieden om te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden.

 

Wat staat werkgevers te wachten als het ontwerpadvies van de SER wordt doorgevoerd?

Er wordt een regulering van flexibele arbeidsrelaties nagestreefd, waardoor werkgevers minder lang gebruik kunnen maken van een specifieke flexibele arbeidskracht. Zo mogen tijdelijke contracten niet meer leiden tot permanente tijdelijkheid. De wettelijke onderbrekingstermijn van zes maanden komt te vervallen, waardoor na de maximale ketenperiode (drie tijdelijke contracten voor een periode van maximaal drie jaar) bij voortzetting van het dienstverband een overeenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden moet worden. Dit geldt dus ook als er een onderbrekingsperiode van zes maanden of langer is geweest. Oproepcontracten, waaronder nul-urencontracten, worden afgeschaft en vervangen door basiscontracten met minstens een kwartaalurennorm. Tot slot gaat er een maximale uitzendperiode van drie jaar gelden (nu is dat 5,5 jaar) en hebben uitzendkrachten recht op arbeidsvoorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die van de eigen werknemers.

Het aangaan van duurzame arbeidsrelaties wordt gestimuleerd. Werkgevers worden aangemoedigd om (interne) wendbaarheid te vergroten, bijvoorbeeld door actiever gebruik te maken van interne flexibiliteit. Denk daarbij aan zelfroosteren of de jaarurensystematiek. Daarnaast stelt de SER voor om het mogelijk te maken dat de arbeidsduur (tijdelijk) voor alle werknemers met maximaal 20% wordt verlaagd bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag leiden. De werkgever kan hiertoe eenzijdig besluiten, indien het loon volledig wordt doorbetaald. In overleg tussen decentrale partijen kan hiervan worden afgeweken. Voor 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur is de werkgever verzekerd door een compensatieregeling van Rijkswege, die onmiddellijk ingaat bij aanvraag en achteraf wordt getoetst op juist gebruik.

Tot slot richt het advies zich op zelfstandige arbeid en het aanpakken van schijnzelfstandigheid. De SER stelt voor een rechtsvermoeden van werknemerschap te introduceren voor werkenden die werken op basis van een tarief onder het maximumdagloon (€ 30,00 á € 35,00 per uur). Indien de werkende stelt dat sprake is van werknemerschap, is het aan de opdrachtgever om te bewijzen dat dit niet het geval is. Een werkgever wordt op deze manier min of meer gedwongen een tarief te betalen dat boven het maximum dagloon ligt én goed na te denken wat voor soort arbeidsrelatie met de werker wordt aangegaan.

Het is natuurlijk de vraag of de voorgestelde maatregelen – indien ingevoerd – daadwerkelijk kunnen bijdragen aan de beoogde doelen. Hoe het ook uitpakt, wij zijn altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en kunnen u hierover passend adviseren.

Contact