De ondertoezichtstelling is een uiterste maatregel

gepubliceerd door: Rebecca Weisz-Hertsworm geplaatst op 26 juli 2022 leestijd

Als ouders ruzie maken, heeft dat effect op de kinderen. Niet elk effect leidt tot een ondertoezichtstelling. Pas als sprake is van een ernstig negatief effect op een kind kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter verzoeken om een ondertoezichtstelling uit te spreken. Wat deze maatregel inhoudt, wordt in deze blog uitgelegd.

Wanneer wordt een ondertoezichtstelling uitgesproken?

Een jeugdbeschermingsinstelling kan de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken om te onderzoeken of een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De Raad adviseert de rechter. De rechter bepaalt of de ondertoezichtstelling gerechtvaardigd is en weegt daarbij de betrokken belangen van ouders en kinderen af. Als een ondertoezichtstelling wordt uitgesproken dan heeft dat direct effect op het gezinsleven. Deze maatregel is daarom slechts gerechtvaardigd als zij berust op de in de wet genoemde gronden en wordt gebruikt om het kind te beschermen.

Ondertoezichtstelling en omgang

Het komt ook voor dat de Raad voor de Kinderbescherming in een lopende procedure, bijvoorbeeld in een procedure over de zorg- en contactregeling, wordt verzocht een onderzoek in te stellen. Niet iedere procedure die wordt opgestart omdat het ouders niet gelukt is om samen een regeling af te spreken, leidt tot een ondertoezichtstelling. De Hoge Raad heeft zich in 2016 uitgelaten over de verhouding tussen omgang en ondertoezichtstelling. Het uitspreken van een ondertoezichtstelling bij een geschil tussen ouders over de omgangsregeling zou een uiterst redmiddel moeten zijn. Er moet sprake zijn van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van het minderjarige kind en andere minder ingrijpende middelen moeten niet hebben gewerkt. Onder ingrijpende middelen valt bijvoorbeeld een ouderschapsbemiddelingstraject.

Wat zijn de gevolgen?

De ondertoezichtstelling tast het privé- en familieleven van het gezin aan. Als het wordt uitgesproken, dan staat de minderjarige onder toezicht van een Gecertificeerde instelling (een instelling op gemeentelijk niveau), zoals Jeugdbescherming Rotterdam. Een gezinsvoogd, werkzaam bij de gecertificeerde instelling, gaat in gesprek met ouders en kind en stelt vervolgens een plan van aanpak op. Het doel  is om ouders te helpen en te ondersteunen zodat zij zelfstandig de verantwoordelijkheid voor hun kind kunnen dragen en keuzes kunnen maken in het belang van het kind. De inbreuk op het gezinsleven mag daarom niet ernstiger zijn dan voor het bereiken van het doel noodzakelijk is.

Tijdens de ondertoezichtstelling moeten ouders met de gezinsvoogd overleggen over alle belangrijke beslissingen over het kind, zoals begeleide omgang. De gezinsvoogd kan aanwijzingen geven aan ouder en kind, bijvoorbeeld deelname aan een bepaald hulpverleningstraject. Als een ouder de aanwijzing niet volgt, kan de schriftelijke aanwijzing door de rechter worden bekrachtigd en een dwangsom worden opgelegd. Deze dwangsom is een financiële prikkel die moet leiden tot gedragsverandering of -verbetering.

Hoelang duurt het toezicht?

De duur is van verschillende omstandigheden afhankelijk. De ondertoezichtstelling is een tijdelijke maatregel in een gedwongen kader en kan alleen worden opgelegd voor een minderjarig kind. Doorgaans wordt de ondertoezichtstelling uitgesproken voor een maximale duur van één jaar met een mogelijkheid tot verlenging.

Een verzoek bij de rechter wordt niet altijd terecht gedaan en ook een lopende ondertoezichtstelling werkt niet altijd goed. Verweer is mogelijk. Weten welke mogelijkheden jij hebt? Neem gerust contact met onze specialisten.

Contact