Verhuizen met uw kind na een scheiding kan ingrijpend zijn voor zowel ouder als kind. Ouders vragen zich vaak af: mag ik verhuizen met mijn kind? En hoe beoordeelt de rechter een verzoek tot verhuizing? In deze blog leggen we uit wat de verhuiscriteria zijn en waar u op moet letten als u een verhuizing overweegt.
Wanneer heeft u toestemming nodig?
Ouders met gezamenlijk ouderlijk gezag hebben elkaars toestemming nodig. Zij zullen een voorgenomen verhuizing eerst met elkaar moeten bespreken en met de reactie van de niet verhuizende ouder moet serieus worden omgegaan.[1] Krijgt u de toestemming niet, dan kunt u de rechter vragen om een beslissing. De rechter beoordeelt een verzoek tot verhuizing aan de zogeheten verhuiscriteria, waarbij het belang van het kind altijd centraal staat.[2]
Wat zijn de verhuiscriteria?
Als een verzoek aan de rechter wordt voorgelegd, dan staat de rechter stil bij:
- het recht en belang voor de verhuizende ouder om te verhuizen. En daarbij de vrijheid om haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing te verzachten en/of te compenseren. Voor zowel de minderjarige(n) als de andere ouder;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige(n) op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige(n) en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige(n), hun mening en de mate waarin de minderjarige(n) geworteld zijn in hun omgeving of juist extra gewend zijn aan verhuizingen; en
- de (extra) kosten van omgang na de verhuizing.
De rechter hoeft niet alle criteria volledig te toetsen, maar weegt ze in onderlinge samenhang af. Het kind staat altijd voorop, maar ook andere belangen kunnen soms zwaar meewegen.
Vrijheid om te verhuizen
Iedere ouder heeft het recht om zijn of haar leven met de kinderen in te richten op een manier die hem of haar goed lijkt. Daar hoort ook bij dat u op een andere plek met uw kind(eren) kunt wonen. Maar dit mag niet ten koste gaan van het belang van het kind of het contact met de andere ouder.
In een zaak van de rechtbank Midden-Nederland uit juli 2025[3] wilde een moeder samen met haar nieuwe partner en hun ongeboren kind naar een andere woonplaats. De rechter beoordeelde dat het belang van het kind zich niet tegen de verhuizing verzette: het contact met de vader bleef regelmatig en structureel en de afstand tussen de woonplaatsen was niet onoverkomelijk. Hier woog mee dat de zorgzwaarte bij de moeder lag.
Reizen en afstand
Een grotere afstand betekent niet automatisch dat een verhuizing wordt afgewezen. “De autorit kan ook een moment zijn om uit te rusten of samen te praten.”[4] Vaak zal de omgang met de andere ouder verschuiven naar weekenden en vakanties. Een korte afstand (<10 km) kan juist problematisch zijn als de verhuizing de communicatie tussen ouders verslechtert.[5]
Verhuizen naar het buitenland
Het krijgen van toestemming voor een verhuizen naar het buitenland is lastiger. Hoe groter de afstand, hoe sneller de rechter een noodzaak zal afwijzen, omdat dit contact met de andere ouder beperkt. Twee recente voorbeelden zijn:
- Rechtbank Rotterdam januari 2025[6]: een afstand van 250 km binnen Nederland werd te groot bevonden;
- Rechtbank Rotterdam maart 2025[7]: verhuizen naar België werd afgewezen, ondanks tijdelijke noodzaak en werk gerelateerde redenen, omdat de verhuizing niet strikt noodzakelijk was.
Contactbehoud en compensatie
Een verhuizing die een grote afstand in tijd en kilometers tot gevolg heeft, zal het contact tussen kind(eren) en de andere ouder beïnvloeden. De verhuizende ouder moet daar rekening mee houden en de andere ouder zo nodig compenseren. De compensatie kan bestaan uit een tijdsinvestering (bijvoorbeeld zelf vaker halen of brengen), een compensatie in geld (bijvoorbeeld reiskostenvergoeding) en een dagencompensatie (bijvoorbeeld minder doordeweeks en meer omgang in vakanties).
Soms concludeert de rechtbank dat een verhuizing van een ouder onvermijdelijk zal leiden tot beperkingen in het contact met de andere ouder,[8] bijvoorbeeld wanneer de kinderen bij hun vader in de Verenigde Staten wonen en bij hun moeder in Nederland.[9] Zelfs als de verhuizing het risico op (verder) contactverlies met zich meebrengt, kan het belang van het kind doorslaggevend zijn om toch toestemming te geven. Dat was bijvoorbeeld het geval in maart 2025, toen het behoud van het gezinsverband waarin het kind was opgegroeid als doorslaggevend werd beschouwd.[10]
Twijfel of overleg over verhuizen? Laat je adviseren
In verhuiszaken komt het steeds neer op een belangafweging zodat de uitkomst zich niet altijd laat voorspellen. Overweegt u met uw kind te verhuizen of wilt u juist niet dat u kind verhuist en bent u benieuwd naar uw kansen? Neem dan contact op met één van de familierechtspecialisten van Bolder Advocaten.
Geschreven door Naomi van der Perk.
[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 27 februari 2025, ELCI::NL:GHSHE:2025:566, r.o. 4.3.
[2] Hoge raad 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901.
[3] Rechtbank Midden-Nederland 30 juli 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:4162.
[4] Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 30 mei 2024, ELCI:NL:GHSHE:2024:1819, r.o. 3..7.3.
[5] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 27 februari 2025, ELCI::NL:GHSHE:2025:566.
[6] Rechtbank Rotterdam 29 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:1386.
[7] Rechtbank Rotterdam 7 maart 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:3789.
[8] Conclusie Procureur-generaal 26 september 2025, ECLI:NL:PHR:2025:1046, r.o. 6.8.
[9] Rechtbank Den Haag 27 maart 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:15222.
[10] Rechtbank Noord-Holland 25 maart 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:3161.