Formulering dringende reden niet doorslaggevend?

gepubliceerd door: Sebastian van den Brink geplaatst op 30 september 2022 leestijd

Een ontslag op staande voet van een werknemer omdat hij of zij een misdrijf heeft begaan tijdens of rondom de werkzaamheden kan op begrip rekenen van een rechter. Het stelen van de werkgever of het mishandelen van een collega of klant zal dan ook in veel gevallen als een zogenoemde “dringende reden” worden geaccepteerd. Een essentiële stap bij een ontslag op staande voet is de ontslagbrief omdat met deze brief de dringende reden van het ontslag wordt vastgelegd. De mededeling van het ontslag en de brief waarin dit wordt toegelicht moet niet alleen zo snel mogelijk worden gegeven aan de werknemer, maar deze brief is ook bepalend voor een beoordeling door de rechter.

De dringende redenen genoemd in de ontslagbrief worden op dat moment vastgesteld en kunnen niet op een later moment nog worden aangevuld of worden aangepast. Een terugkerende vraag bij procedures is of de verwijten genoemd in de brief heel strikt uitgelegd moeten worden of dat hier meer ruimte is voor uitleg van de situatie. In het verleden kwam deze discussie regelmatig terug als in de ontslagbrief werd gesproken van een strafrechtelijk begrip zoals diefstal, fraude of mishandeling. Moest de werkgever in dat geval bewijzen dat de werknemer dat strafrechtelijk misdrijf had begaan of was het simpelweg de beste manier om de dringende reden op begrijpelijke manier te beschrijven?

Formulering dringende reden

In een recente zaak die bij de Hoge Raad werd behandeld, ging het over de vraag over een werknemer die ongeoorloofd afwezig was geweest. In de ontslagbrief werd gesproken van 40 uur, terwijl uiteindelijk vast kwam te staan dat er sprake was van 17.5 uur ongeoorloofde afwezigheid. Was dit verschil tussen de brief en de feiten voldoende om niet langer te kunnen spreken van een dringende reden voor het ontslag? Oftewel, moest de formulering van brief strikt worden gehandhaafd of was er ruimte voor uitleg?

In het advies van advies van de Advocaat Generaal (genaamd een “conclusie”) wordt een mooi overzicht gegeven van de rechtspraak met betrekking tot deze kwestie. Op basis van bestaande lijn in de rechtspraak wordt in de conclusie geadviseerd om de tekst in de brief niet te letterlijk te nemen bij de beoordeling van de dringende reden. Hoewel de Hoge Raad zelf de zaak verkort afdoet, wordt het advies van de Advocaat Generaal gevolgd

De Hoge Raad blijft bij zijn eerdere oordeel dat de letterlijke tekst van de ontslagbrief niet de dringende reden voor het ontslag fixeert op de gebruikte tekst. Ook het gebruik van termen met strafrechtelijke betekenissen hoeft dus niet als gevolg te hebben dat de werkgever binnen deze strafrechtelijke normen het verwijt moet kunnen bewijzen. De norm voor het beoordelen van de dringende reden en de gegeven beschrijving in de brief blijft of het de werknemer op dat moment direct duidelijk is wat hem wordt verweten en waarom hij wordt ontslagen, zodat hij zich hiertegen kan verweren.

Hoewel de besproken lijn van rechtspraak een handreiking is voor de werkgever, is het belangrijk om zorgvuldig te blijven bij een ontslag op staande voet. Het formuleren van ontslagbrieven, zeker in het geval van een ontslag op staande voet, kan vol met valkuilen zitten en uiteindelijk bepalend zijn voor de vraag of een ontslag overeind blijft bij de rechter. Heeft u vragen over een ontslag op staande voet of twijfel u of u aan alles heeft gedacht? Neem dan contact op met onze arbeidsrechtspecialisten.

Contact